Na 17 dagen weer een teken van leven

18 maart 2019 - Tanilba Bay, Australië

De afgelopen 17 dagen ontbrak het aan tijd, motivatie en internet om nog een blog te schijven, maar hier is 'ie dan eindelijk (vanuit het land daaronder). Ik ga proberen om jullie in vogelvlucht mee te nemen in de gebeurtenissen van de afgelopen tijd. 

Nadat we op 1 maart bij een strandtent uit eten zijn geweest op Nusa Ceningan, was het op 2 maart tijd om even te relaxen en om te gaan shoppen. Chen heeft bij een winkeltje een halve nieuwe garderobe aangepast en gekocht en ik heb een rieten tasje gescoord. s' avonds zijn we nogmaals bij Devils tear gaan kijken. Op 3 maart zijn we met de scooter naar Sandy Bay beach club gereden om van een westerse maaltijd te genieten, met uitzicht op de ondergaande zon. Dit was (zover het eiland reikt) nog wel een stukje rijden. Helaas waren we onze portemonnee vergeten, waardoor Chen helemaal met zijn scooter terug moest rijden om deze op te halen. Op de terugweg van het diner kwamen we in een tempel nog een aantal Ogoh Ogoh's tegen. Graag leg ik hier kort iets over uit (voor de mensen die ik hier al over verteld heb, de volgende alinea is over te slaan):

Nyepi of de Dag van de Stilte is een hindoefeestdag op het Indonesische eiland Bali, die jaarlijks plaatsvindt op de nieuwjaarsdag van de maankalender van het eiland (dit jaar op 8 maart). De avond voor Nyepi wordt Ogoh-Ogoh gevierd. De bewoners gaan dan in optochten met grote papier mache poppen de staat op. De reden voor deze optocht is om de boze geesten weg te drijven. Elk stads (of dorp) deel maakt zijn eigen pop en voert een 30 minuten durende "show" op voor een jury en het publiek. Op nieuwjaarsdag is het volledig stil, niks is open en er mogen geen lichten aan. De boze geesten die nog over Bali vliegen denken dan dat er niemand woont en zullen het eiland voorbij trekken.

Uiteraard hebben we even gekeken bij de repetitie (er wordt geoefend om lawaai te maken) in deze tempel en het maken van de papier mache poppen. 

Op 4 maart hebben we s'ochtends vroeg de scooter gepakt en zijn we naar de gele brug gereden. Hier konden we bij een ontzettend officieel uitziend bureau (2 mannen achter een tafeltje in het zand) een kaartje kopen voor een boot naar Nusa Penida. Nusa Penida is de grote zus van Nusa Lembongan en heeft prachtige natuur maar is nog niet zo ontwikkeld en druk als bijvoorbeeld Bali). Nadat er genoeg mensen waren voor de boot, konden we beginnen aan ons lange en woeste avontuur op zee (Nusa Penida is tien minuten varen met de boot).  Het zoontje van de kapitein werd nog even gedropt bij de oppas op een ander eiland, en we stonden met onze voeten alweer op een ander eiland.

Hier aangekomen hebben we uiteraard ook een scooter gehuurd in de haven. Chen heeft hier onderhandeld dat we voor 80.000 rupiah (z'n 5 euro) een scooter voor de dag mee konden krijgen met een volle tank benzine. Dat Nusa Penida nog niet zo ontwikkeld is hebben we geweten toen we eenmaal een stukje aan het rijden waren. De wegen waren echt heel slecht, op bepaalde stukken kwamen we maar tien kilometer per uur vooruit. Na een hele avontuurlijke tocht (dit keer geen sarcasme) kwamen we aan bij Klungkung. Dit was echt een fantastisch uitzichtpunt op een rotsformatie in het helblauwe water van de Indische oceaan. Toen er steeds meer andere toeristen aankwamen zijn we weer op de scooter gestapt op weg naar de Seganing waterval. Aangekomen bij de klif waar de waterval zou moeten zijn, was er (uiteraard) een ceremonie bezig die hoog uitkeek op de oceaan. Na een stukje langs de klif te hebben gelopen kwamen we tot de conclusie dat er waarschijnlijk te weinig water was gevallen in de afgelopen periode, want er was helemaal geen waterval te zien. Het uitzicht was echter ook niet verkeerd, dus al met al toch een goede keuze. 

20190304035903_IMG_1710-0120190304055707_IMG_1763-01 20190304053527_IMG_1755-01

Na deze twee bezienswaardigheden was er al bijna weer een dag voorbij (we moesten om 3 uur weer bij de boot zijn) en maakten we onze weg terug op de scooter naar de haven. Na een heerlijke lunch bij een klein gebouwtje langs de weg en een lege scootertank stapten we de boot weer op om terug te gaan naar ons eigen eiland. 

De laatste dag op Nusa Lembongan is Chen vroeg opgestaan om mee te gaan met een snorkeltour. Hier heeft hij samen met een groep mensen en een gids de zoektocht ingezet naar de Manta Ray. Helaas is deze grote platte vis niet gespot, maar dit deed niks af aan de tour. Het meest mooie koraal en de meest kleurrijke vissen kwamen voorbij. Ikzelf ben opzoek gegaan naar een massagesalon en heb deze gevonden vlakbij het strand. Om de dag af te sluiten, en onze tijd op Nusa Lembongan, hebben we gegeten bij onze homestay. Uiteindelijk hebben we hier in totaal 4 keer heerlijk Indonesisch gegeten (en zonder buikpijn, dat zegt wat). 

Op 6 maart hebben we onze backpacks ingepakt en werden we opgehaald door een busje om met de boot terug naar het vaste-eiland van Bali te varen. Nadat we al kletsend met een stel uit Manchester aankwamen in de haven, kwamen we erachter dat we in het busje van de verkeerde maatschappij waren gestapt. Uiteindelijk moesten we dus nog z'n 10 tot 15 minuten langs het strand lopen totdat we bij onze fastboat aankwamen. Daar aangekomen werd er verkondigd dat we een uur later zouden vertrekken, dit was echter niet aan ons medegedeeld. Chen heeft toen vrij stevig onderhandeld en zelfs nog wat geld terug gekregen. 

Eenmaal aangekomen in Sanur zijn we naar de KFC gelopen om hier wat gratis internet af te tappen om een Grab te bestellen. Deze Grab heeft ons afgezet bij Taman Bali Homestay, een kleine accomodatie midden in de redelijk grote stad Sanur. Omdat we nog wat Rupiah's over hadden, zijn we richting een grote shoppingmall gelopen om inkopen te doen voor Nyepi. In het boodschappen mandje verdwenen veel noodles, eieren en koekjes, dit zou genoeg moeten zijn om de stiltedag te overleven. In de namiddag kwam ik aan de praat met de meneer van de Homestay aan wie ik wat dingen vroeg over de Ogoh Ogoh parade van die avond. Hij vertelde dat hij de traditie van het maken van de Ogoh Ogoh's zo mooi vond omdat de jeugd zo leerde om samen met de eigen gemeenschap toe te werken naar een doel. Hij vertelde dat we het beste rond een uur of 8 naar een bepaald strand konden gaan om de poppen te bekijken en dat het maar een klein stukje lopen was. Uiteindelijk hebben we een uur door de donkere smalle overspoelde (het had flink geregend) gelopen totdat we aankwamen op een groot sportveld. Het was hier een drukte van belang en er stonden ontzettend veel mensen om de parade heen. Een voor een mochten de buurten de Ogoh Ogoh's aan het publiek tonen, deze werden door vrij jonge jongens op bamboe stokken heen en weer bewogen. Er was een man die door een microfoon kreten aan het schreeuwen was, wat volgens mij de geluiden moesten voorstellen die de Ogoh Ogoh's maakten (PRAAA HHHAAAHAHAHHA OOEEEEEHHH BOEEEEEHHH BOEEEEEHHHH PRRAAAA GAGAGAG AHAA OEEEEEEEH, zoiets). Nadat elke Ogoh Ogoh getoond was aan het publiek, kwam deze op het veldje erachter te staan om nog eens goed te bekijken. Na een uurtje zijn we de lange tocht teruggelopen naar de Homestay waar de volgende ochtend de stiltedag intrad. De stiltedag was inderdaad een erg stille (en saaie) dag waarin we voornamelijk op ons balkon hebben gezeten en later, met toch stiekem een lichtje aan, binnen. S' ochtends vroeg werd ik door Chen wakker gejuicht, want Ajax had gewonnen van Real Madrid. Hij zegt nu zelfs voor Ajax te zijn, maar dat mag ik eigenlijk niet in het verslag zetten.

IMG-20190306-WA0008IMG-20190306-WA0010-01-1 20190306_212409-01

Op 8 maart was het tijd om Indonesie achter ons te laten en in het vliegtuig te stappen naar Brisbane, Australie. Toen we door de douane heen kwamen werden onze camping-bestek-setjes echter uit de tassen gevist. Er werd door de meneer en mevrouw van de douane levendig nagedaan hoe we met deze, van Aliexpress kwaliteit, vork en mes iemand konden neersteken. De lepels mochten we wel houden. Toen ik vervolgens na de douane nog even naar de wc ging en uit het hokje kwam, stond er een vrouwelijke beveiliger op mij te wachten om het hele wc hokje van mij te inspecteren. Ik zie er nou eenmaal ook wel uit als een crimineel.

Eenmaal aangekomen in Brisbane hebben we een Uber (de niet - Aziatische versie van Grab) besteld om ons naar ons hostel te brengen. Dit hostel bleek een Brits jongeren oord (geordie on tour) te zijn met dronken kleine pubers die op een bepaald moment zelfs met elkaar op de vuist gingen. Gelukkig hebben we hier uiteindelijk niet veel hinder van ondervonden, maar het was wel de minste accomodatie tot nu toe. 

De volgende dag zijn we aan een citytrip te voet begonnen in Brisbane. Deze begon door een brug over te steken (er stroomt een grote rivier door Brisbane) om vervolgens over de South bank heen te lopen. Brisbane heeft een gigantisch park aan de rivier aangelegd waar een openbaar zwembad is gebouwd met allemaal speeltoestellen en BBQ's die voor iedereen te gebruiken zijn. Het is in het weekend dan ook behoorlijk druk en vol met gezinnen, erg gezellig. Aan de overkant van de rivier zien we allemaal hypermoderne kantoorgebouwen en wegen lopen, Brisbane is een erg moderne stad. Na een tijd te hebben gelopen, steken we verderop nog een brug over om in de botanitsche tuinen aan te komen. De botanische tuinen zijn ontzettend groen en goed aangeharkt, Chen vind Brisbane maar een beetje te gemaakt maar ik vind het een hele fijne stad. We pakken uiteindelijk de gratis public Ferry over de rivier terug en eten s'avonds in het park nog wat. 

IMG_20190310_124015_421 20190309033253_IMG_1773-01

De volgende dag pakken we een Uber naar het vliegveld want we kunnen onze auto ophalen. Met deze auto rijden we in 16 dagen tijd naar Sydney toe (hopelijk, want er moet links geschakeld worden). We krijgen een witte Toyota sunshine state mee (koekblik) en touren 'm al snel de weg op. We stoppen onderweg in Nambucca Heads om nog een kleine hike te doen naar een mooi uitzichtpunt. In ongeveer 2,5 uren rijden we naar Lennox Head, hier hebben we een studio geboekt ergens in een Australische vinex wijk. Lennox head is een klein dorpje aan het strand vlakbij Byron Bay (toeristische trekpleister). Onze studio was heerlijk en had een grote buitenkeuken met alles er op en er aan. De volgende dag reden we naar Byron Bay om hier een wandeling te maken naar de vuurtoren. Omdat er vroeger veel schepen de kliffen op vaarden moest de Australische kust een 'verlichte straat' worden en zo geschiedde dat er veel vuurtorens aan de kust gebouwd werden. Op de terugweg van de vuurtoren naar de auto zagen we nog een hele kolonie dolfijnen zwemmen!

20190311124920_IMG_1924-0120190311123741_IMG_1900-0120190311122630_IMG_1890-01 IMG-20190310-WA0009 20190311195051_IMG_1955

Na drie nachten Lennox head zijn we richting Coffs harbour gereden, dit was namelijk een mooie uitvalsbasis voor het nationale park dat we wilden bezoeken. We vonden een hele goede deal online, Holiday Park Lorikeet in Arrawarra. Hier konden we 3 dagen in een soort grote stacaravan verblijven met ons eigen toiletgebouw en picknicktafel. Toen we aankwamen zijn we een rondje over het park gelopen (er was bijna niemand). Toen we uiteindelijk net bij het zwembad zaten zag ik dat het vogel voedertijd was (elke namiddag om 4 uur). Je mag meehelpen met het voeren en de vogels (Lori - vogels) komen dan allemaal op je zitten en uit je handen eten, ik vond het fantastisch (Chen houdt niet zo van vogels). Toen de vogels nog vollop uit mijn hand aan het eten waren had Chen verderop kangaroo's gespot. Deze kangaroo's hebben de gehele duur van ons verblijf rondom het park rondgekangaroot. Deze kangaroos kwamen zelfs twee keer naast onze picknicktafel grazen en kijken of we nog wat voedsel voor ze hadden. 

20190313172908_IMG_2014-0120190313183219_IMG_203920190313183550_IMG_205520190313184220_IMG_2081-01 20190313172714_IMG_2001-01

De volgende dag was het tijd om vroeg op te staan en 1,5 uren in de auto naar het nationale park Dorrigo te rijden. Dorrigo national park is onderdeel van de Gondwanaregenwouden, Gondwana was een zuidelijk supercontinent, dat bestond uit gebieden die tegenwoordig grotendeels op het zuidelijk halfrond liggen, waaronder Antarctica, Zuid-Amerika, Afrika, India en dus Australie. Al deze continenten en landen lagen dus heel lang geleden aan elkaar vast, en het Dorrigo national park stamt nog uit die tijd. Het park heeft dus een ontzettende diversiteit aan flora en fauna. Het park ligt op een plateau, z'n 1000 meter boven zeeniveau. We zijn hier eerst de skywalk opgelopen, het had een prachtig uitzicht over het regenwoud. We hadden geluk dat er net een ranger stond met een klas schoolkinderen zodat we ook nog wat nuttige informatie mee konden pakken. Vervolgens hebben we een wandeling (3 uren) gemaakt door het subtropische regenwoud langs een aantal watervallen (die niet droog stonden). Onderweg kwamen we een aantal reptielen en heel veel vogels tegen, waaronder de Kookaburra (de lachende vogel). Toen we bijna terug bij het visitor centre waren werden we door twee oudere Australiers gewezen op een heel lief beestje, de Red necked Pademelon (sorry, the what? zei ik tegen de Australische mevrouw). Dit is een beestje wat afstamt van de kangaroo. S' avonds hebben we bij de BBQ plek van het holiday park gegeten. 

20190314155627_IMG_2252-01 20190314155656_IMG_2253-0120190314154533_IMG_2212-0120190314153016_IMG_2205-0120190314151040_IMG_2194-01

De volgende dag zijn we richting Coffs harbour (bekend vanwege een gigantische banaan langs de weg?) gegaan om hier op het strand rond te struunen en vervolgens nog een hike een heuvel op te maken om een uitzichtpunt te bereiken. De heuvel die we omhoog liepen was een broedplaats voor heel veel vogels die hun nesten ondergrond maakten zodat er allemaal gaten in de grond zaten. S' avonds hebben we nogmaals gebruik gemaakt van de BBQ. 

20190315174327_IMG_2276-01 20190313141848_IMG_1965-1

Inmiddels zijn we gisteren (16 maart) aangekomen na een rit van 5 uren in Tanilba Bay, vlakbij Port Stephens. Hier hebben we wederom een studio voor onszelf aan een rustige baai. Vandaag zijn we naar Fingal Bay gereden om (alweer) een hike te maken naar een uitzichtpunt, dit was een pittige klim maar het absoluut waard. We keken op de top van de heuvel uit over meerdere baaien en heel veel stranden. Vervolgens zijn we naar het strand van Fingal Bay gereden om Fingal spit te bekijken. Dit is een soort lange zandstrook die vanaf het strand naar een klein eiland loopt. Omdat de zee erg verradelijk is hier wordt er overal gewaarschuwd om niet over deze strook heen te lopen als er ook maar een klein beetje water overheen ligt. Er zijn in het verleden veel mensen overleden doordat ze plotseling verrast werden door de stroming. Ook zwemmen er veel haaien in dit gebied rond. Wij zijn veilig op het strand gebleven en zijn de spit niet over gelopen. 

Er schijnen rondom onze accomodatie veel koala's zich te bevinden, dus daar wil ik graag naar op zoek. Omdat ik nu alweer een tijdje aan het typen ben, brei ik er een eind aan. 

Cheers mate!

Chendo en Hester

Foto’s

6 Reacties

  1. Veerle Gnodde:
    18 maart 2019
    Weer genoten! Chen moet mij die onderhandelskills maar eens even leren als jullie weer terug zijn, hahaha.
  2. Anneke Van der Woude:
    18 maart 2019
    Wat weer een geweldig verhaal!
  3. Roderick:
    18 maart 2019
    Heel leuk om weer te lezen over al jullie ervaringen.
    Leuk geschreven en wat een mooie herinneringen.
    Prachtige foto's. Volgens mij is de koala ook al gespot.
    Beetje jammer van dat ajax ha ha.
    Zie alweer uit naar het volgende verslag
  4. Jitske:
    19 maart 2019
    Genoten van de verhalen, prachtige natuur en vooral alle wildlife die jullie tegenkomen. Blijf genieten!
  5. Roderick:
    20 maart 2019
    Wederom heerlijk om zo te worden meegenomen in jullie prachtige avonturen, we genieten met jullie mee!! En ik ben blij dat jullie veilig op het strand zijn gebleven en niet de spit over zijn gelopen .......
    Chendo, als we een nieuwe auto oid gaan kopen mag jij mee :-)
  6. Pascal:
    20 maart 2019
    Mooi..ga jullie goed....